Betekenis van het woord bang in het Nederlands

Wat betekent bang in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

bang

US /bæŋ/
UK /bæŋ/
"bang" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

knal, slag

a sudden loud noise

Voorbeeld:
We heard a loud bang from the kitchen.
We hoorden een harde knal uit de keuken.
The door closed with a bang.
De deur sloot met een knal.
2.

klap, schok

a sudden, unexpected, and often unpleasant event or experience

Voorbeeld:
The news came as a real bang.
Het nieuws kwam als een echte klap.
The project ended with a bang, not a whimper.
Het project eindigde met een knal, niet met een zucht.

Werkwoord

1.

slaan, botsen

to hit something or someone hard, often causing a loud noise

Voorbeeld:
He accidentally banged his head on the low ceiling.
Hij stootte per ongeluk zijn hoofd tegen het lage plafond.
Don't bang the door when you leave.
Sla de deur niet dicht als je weggaat.

Bijwoord

1.

precies, recht

directly; precisely

Voorbeeld:
The ball went bang into the net.
De bal ging precies in het net.
He ran bang into the wall.
Hij rende recht tegen de muur aan.
Leer dit woord op Lingoland