Betekenis van het woord associate in het Nederlands
Wat betekent associate in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
associate
US /əˈsoʊ.ʃi.eɪt/
UK /əˈsoʊ.ʃi.eɪt/

Werkwoord
1.
associëren, verbinden
connect (someone or something) with something else in one's mind
Voorbeeld:
•
Most people associate the name 'Coca-Cola' with a popular soft drink.
De meeste mensen associëren de naam 'Coca-Cola' met een populaire frisdrank.
•
I don't want to be associated with that scandal.
Ik wil niet geassocieerd worden met dat schandaal.
2.
zich aansluiten bij, omgaan met
join with others in a common purpose or endeavor
Voorbeeld:
•
He decided to associate himself with a new political party.
Hij besloot zich te associëren met een nieuwe politieke partij.
•
They associate with people who share their values.
Ze associëren zich met mensen die hun waarden delen.
Synoniem:
Zelfstandig Naamwoord
1.
partner, collega
a person with whom one is allied or with whom one regularly associates
Voorbeeld:
•
He is a close business associate of mine.
Hij is een goede zakenpartner van mij.
•
She met her new associates at the conference.
Ze ontmoette haar nieuwe collega's op de conferentie.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
geassocieerd, adjunct
connected with a professional or business organization
Voorbeeld:
•
He holds an associate degree in business administration.
Hij heeft een associate degree in bedrijfskunde.
•
She is an associate professor at the university.
Zij is een geassocieerd professor aan de universiteit.
Leer dit woord op Lingoland