Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord couple in het Nederlands

Wat betekent couple in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

couple

US /ˈkʌp.əl/
UK /ˈkʌp.əl/
"couple" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

paar, stel

two people or things of the same kind regarded as a pair

Voorbeeld:
•
A young couple walked hand in hand.
Een jong stel liep hand in hand.
•
She bought a couple of books.
Ze kocht een paar boeken.
Synoniem:
pairduotwosomebracedyad
2.

paar, enkele

a small number of things, typically two, but possibly more

Voorbeeld:
•
I'll be back in a couple of minutes.
Ik ben over een paar minuten terug.
•
We need a couple of volunteers for the event.
We hebben een paar vrijwilligers nodig voor het evenement.
Synoniem:
fewseveralsome

Werkwoord

1.

koppelen, verbinden

to join or combine with something else to form a pair or unit

Voorbeeld:
•
The train cars coupled together.
De treinwagons koppelden aan elkaar.
•
He coupled the two wires to complete the circuit.
Hij koppelde de twee draden om het circuit te voltooien.
Synoniem:
joinconnectlinkunitepair
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
coupling