Betekenis van het woord tense in het Nederlands
Wat betekent tense in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
tense
US /tens/
UK /tens/

Bijvoeglijk Naamwoord
1.
2.
gespannen, nerveus
causing or showing anxiety or nervousness
Voorbeeld:
•
The atmosphere in the room was very tense.
De sfeer in de kamer was erg gespannen.
•
He looked tense as he waited for the results.
Hij zag er gespannen uit terwijl hij op de resultaten wachtte.
Zelfstandig Naamwoord
1.
tijd, werkwoordstijd
any of the forms of a verb that may be used to show the time of the action or event
Voorbeeld:
•
The past tense of 'go' is 'went'.
De verleden tijd van 'go' is 'went'.
•
English verbs have different tenses to indicate when an action happens.
Engelse werkwoorden hebben verschillende tijden om aan te geven wanneer een actie plaatsvindt.
Werkwoord
1.
spannen, verstrakken
make or become stretched tight or rigid
Voorbeeld:
•
He tensed his muscles before lifting the heavy box.
Hij spande zijn spieren voordat hij de zware doos optilde.
•
Her body tensed as she heard the sudden noise.
Haar lichaam spande zich toen ze het plotselinge geluid hoorde.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: