Betekenis van het woord anxious in het Nederlands
Wat betekent anxious in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
anxious
US /ˈæŋk.ʃəs/
UK /ˈæŋk.ʃəs/

Bijvoeglijk Naamwoord
1.
angstig, nerveus
feeling or showing worry, nervousness, or unease about something with an uncertain outcome
Voorbeeld:
•
She was anxious about her exam results.
Ze was nerveus over haar examenresultaten.
•
He felt anxious waiting for the doctor's call.
Hij voelde zich angstig terwijl hij op het telefoontje van de dokter wachtte.
2.
enthousiast, verlangend
eager or desirous to do something or for something to happen
Voorbeeld:
•
They were anxious to start their new project.
Ze waren enthousiast om aan hun nieuwe project te beginnen.
•
He was anxious for the meeting to end.
Hij was ongeduldig dat de vergadering zou eindigen.
Leer dit woord op Lingoland