Betekenis van het woord service in het Nederlands

Wat betekent service in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

service

US /ˈsɝː.vɪs/
UK /ˈsɝː.vɪs/
"service" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

dienst, service

the action of helping or doing work for someone

Voorbeeld:
The hotel provides excellent room service.
Het hotel biedt uitstekende roomservice.
He dedicated his life to public service.
Hij wijdde zijn leven aan openbare dienst.
2.

dienst, voorziening

a system supplying a public need such as transport, communications, or utilities

Voorbeeld:
The bus service runs every 15 minutes.
De busdienst rijdt elke 15 minuten.
Internet service was interrupted due to a power outage.
De internetservice werd onderbroken door een stroomstoring.
3.

dienst, eredienst

the act of serving God, a deity, or a religious cause

Voorbeeld:
They attended a Sunday morning church service.
Ze woonden een kerkdienst bij op zondagochtend.
The missionary dedicated his life to God's service.
De missionaris wijdde zijn leven aan de dienst van God.

Werkwoord

1.

dienen, werken voor

perform duties or work for (someone or an organization)

Voorbeeld:
He has been serving the company for over 20 years.
Hij dient het bedrijf al meer dan 20 jaar.
The soldier served his country with honor.
De soldaat diende zijn land met eer.
2.

serveren, opdienen

present (food or drink) to someone

Voorbeeld:
The waiter served us our meal.
De ober serveerde ons onze maaltijd.
Coffee is served with breakfast.
Koffie wordt geserveerd bij het ontbijt.
Leer dit woord op Lingoland