help

US /help/
UK /help/
"help" picture
1.

helpen, bijstaan

make it easier for (someone) to do something by offering one's services or resources

:
Can you help me with my homework?
Kun je me helpen met mijn huiswerk?
She always tries to help others.
Ze probeert altijd anderen te helpen.
2.

verbeteren, bevorderen

improve (a situation or problem)

:
This new policy will help the economy.
Dit nieuwe beleid zal de economie helpen.
Eating healthy can help prevent diseases.
Gezond eten kan helpen ziekten te voorkomen.
1.

hulp, bijstand

the act of helping someone

:
Thank you for your help.
Bedankt voor je hulp.
She offered her help with the project.
Ze bood haar hulp aan bij het project.
1.

help, hulp

used to express a desperate cry for assistance

:
Help! I'm stuck!
Help! Ik zit vast!
She screamed, 'Help me!'
Ze schreeuwde: 'Help me!'