provision
US /prəˈvɪʒ.ən/
UK /prəˈvɪʒ.ən/

1.
voorziening, levering
the action of supplying something for use
:
•
The provision of food and shelter was the first priority.
De voorziening van voedsel en onderdak was de eerste prioriteit.
•
Emergency services are responsible for the provision of medical aid.
Hulpdiensten zijn verantwoordelijk voor de voorziening van medische hulp.
2.
voorraad, benodigdheden
an amount or thing supplied or provided
:
•
We need to make provisions for the journey.
We moeten voorzieningen treffen voor de reis.
•
The camp had ample provisions of water and food.
Het kamp had ruime voorraden water en voedsel.
3.
bepaling, voorwaarde
a condition or prerequisite specified in a legal document
:
•
The contract contains a provision for early termination.
Het contract bevat een bepaling voor vroegtijdige beëindiging.
•
New legislation includes a provision for environmental protection.
Nieuwe wetgeving omvat een bepaling voor milieubescherming.
1.
bevoorraden, voorzien
supply with food, drink, or equipment, especially for a journey
:
•
They had to provision the ship for a long voyage.
Ze moesten het schip bevoorraden voor een lange reis.
•
The hikers provisioned themselves with enough water for the desert crossing.
De wandelaars voorzagen zichzelf van voldoende water voor de woestijnoversteek.