sell

US /sel/
UK /sel/
"sell" picture
1.

verkopen, verhandelen

give or hand over (something) in exchange for money

:
They decided to sell their old car.
Ze besloten hun oude auto te verkopen.
She sells handmade jewelry online.
Zij verkoopt handgemaakte sieraden online.
2.

overtuigen, aanprijzen

persuade someone of the merits of something

:
He tried to sell the idea to his boss.
Hij probeerde het idee aan zijn baas te verkopen.
You need to sell yourself in the interview.
Je moet jezelf verkopen in het interview.
1.

verkoop, bedrog

a trick or deception, especially one that is successful

:
That story was a complete sell.
Dat verhaal was een complete verkoop.
It was a clever sell, but I saw through it.
Het was een slimme verkoop, maar ik zag erdoorheen.