reference
US /ˈref.ɚ.əns/
UK /ˈref.ɚ.əns/
1.
verwijzing, referentie
the action of mentioning or alluding to something
:
•
He made a brief reference to his past.
Hij maakte een korte verwijzing naar zijn verleden.
•
The book contains many references to classical literature.
Het boek bevat veel verwijzingen naar klassieke literatuur.
2.
naslagwerk, bron
a source of information, especially a book or article, to which one can refer
:
•
Please provide a reference for your claims.
Gelieve een referentie voor uw beweringen te verstrekken.
•
The dictionary is a useful reference.
Het woordenboek is een nuttig naslagwerk.
3.
referentie, aanbeveling
a person who can provide information about your character and abilities
:
•
She listed her former manager as a reference.
Ze vermeldde haar voormalige manager als referentie.
•
Do you have any professional references?
Heeft u professionele referenties?
1.
verwijzen naar, refereren aan
to mention or refer to (something)
:
•
The speaker did not reference the recent events.
De spreker verwees niet naar de recente gebeurtenissen.
•
You should always reference your sources in academic writing.
U moet altijd uw bronnen vermelden in academisch schrijven.