source
US /sɔːrs/
UK /sɔːrs/
1.
bron, oorsprong
a place, person, or thing from which something originates or can be obtained
:
•
The river's source is in the mountains.
De bron van de rivier ligt in de bergen.
•
She is a reliable source of information.
Zij is een betrouwbare bron van informatie.
1.
betrekken, verkrijgen
obtain from a particular source
:
•
We need to source fresh ingredients for the recipe.
We moeten verse ingrediënten betrekken voor het recept.
•
The company sources its raw materials from local suppliers.
Het bedrijf betrekt zijn grondstoffen van lokale leveranciers.