Betekenis van het woord network in het Nederlands
Wat betekent network in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
network
US /ˈnet.wɝːk/
UK /ˈnet.wɝːk/

Zelfstandig Naamwoord
1.
2.
netwerk, groep
a group or system of interconnected people or things
Voorbeeld:
•
She has a strong professional network.
Ze heeft een sterk professioneel netwerk.
•
The company is expanding its global network of suppliers.
Het bedrijf breidt zijn wereldwijde netwerk van leveranciers uit.
3.
netwerk, computernetwerk
a group of interconnected computers or devices that can share resources and data
Voorbeeld:
•
The office computers are connected to a local network.
De kantoorcomputers zijn verbonden met een lokaal netwerk.
•
He's trying to hack into the company's secure network.
Hij probeert in te breken in het beveiligde netwerk van het bedrijf.
Werkwoord
1.
netwerken, verbinden
to connect or operate with a network
Voorbeeld:
•
We need to network all the new computers.
We moeten alle nieuwe computers netwerken.
•
It's important to network with other professionals in your field.
Het is belangrijk om te netwerken met andere professionals in je vakgebied.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: