neat

US /niːt/
UK /niːt/
"neat" picture
1.

netjes, opgeruimd

arranged in an orderly, tidy way

:
Her desk is always very neat and organized.
Haar bureau is altijd erg netjes en georganiseerd.
He keeps his room incredibly neat.
Hij houdt zijn kamer ongelooflijk netjes.
2.

puur, onverdund

(of a drink of spirits) undiluted; without ice or other mixer

:
He prefers his whiskey neat.
Hij drinkt zijn whisky het liefst puur.
She ordered a brandy neat.
Ze bestelde een brandy puur.
3.

gaaf, geweldig

(informal) excellent; very good

:
That was a really neat trick!
Dat was echt een gave truc!
What a neat idea!
Wat een gaaf idee!