Betekenis van het woord bad in het Nederlands

Wat betekent bad in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

bad

US /bæd/
UK /bæd/
"bad" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

slecht

of poor quality or low standard

Voorbeeld:
The food at that restaurant was really bad.
Het eten in dat restaurant was echt slecht.
He made a bad decision.
Hij nam een slechte beslissing.
2.

slecht, onaangenaam

unpleasant or unwelcome

Voorbeeld:
We received some bad news.
We kregen slecht nieuws.
The weather was really bad for our picnic.
Het weer was echt slecht voor onze picknick.
3.

ernstig, slecht

serious or severe

Voorbeeld:
He suffered a bad injury.
Hij liep een ernstige blessure op.
The economic situation is looking very bad.
De economische situatie ziet er erg slecht uit.

Bijwoord

1.

slecht, beroerd

badly or poorly

Voorbeeld:
He plays tennis very bad.
Hij tennist heel slecht.
Things went bad for them.
Het ging slecht met hen.
Leer dit woord op Lingoland