enterprise
US /ˈen.t̬ɚ.praɪz/
UK /ˈen.t̬ɚ.praɪz/
1.
onderneming, project
a project or undertaking, typically one that is difficult or requires effort
:
•
Starting a new business is a challenging enterprise.
Een nieuw bedrijf starten is een uitdagende onderneming.
•
The space exploration enterprise requires significant funding.
De ruimtevaartonderneming vereist aanzienlijke financiering.
2.
onderneming, bedrijf
a company or business
:
•
Our enterprise focuses on sustainable energy solutions.
Onze onderneming richt zich op duurzame energieoplossingen.
•
Small and medium-sized enterprises are vital to the economy.
Kleine en middelgrote ondernemingen zijn van vitaal belang voor de economie.
3.
ondernemingsgeest, initiatief
initiative and resourcefulness
:
•
She showed great enterprise in setting up her own charity.
Ze toonde grote ondernemingsgeest bij het opzetten van haar eigen liefdadigheidsinstelling.
•
His lack of enterprise prevented him from pursuing new opportunities.
Zijn gebrek aan ondernemingsgeest weerhield hem ervan nieuwe kansen na te jagen.