ambition
US /æmˈbɪʃ.ən/
UK /æmˈbɪʃ.ən/
1.
ambitie, streven
a strong desire to do or achieve something, typically requiring determination and hard work
:
•
Her ambition is to become a successful doctor.
Haar ambitie is om een succesvolle dokter te worden.
•
He pursued his ambition with great dedication.
Hij streefde zijn ambitie met grote toewijding na.
2.
ambitie, machtshonger
desire for rank, fame, or power
:
•
His political ambition led him to run for president.
Zijn politieke ambitie leidde hem ertoe zich kandidaat te stellen voor het presidentschap.
•
She was driven by pure ambition to reach the top.
Ze werd gedreven door pure ambitie om de top te bereiken.