den
US /den/
UK /den/

1.
2.
studeerkamer, zitkamer, familiekamer
a small, comfortable room, typically one in a house, used for studying, reading, or relaxing
:
•
He spent the evening reading in his cozy den.
Hij bracht de avond lezend door in zijn gezellige studeerkamer.
•
The children often play games in the family den.
De kinderen spelen vaak spelletjes in de familiekamer.