hole

US /hoʊl/
UK /hoʊl/
"hole" picture
1.

gat, hol

a hollow place in a solid body or surface

:
There's a small hole in my sock.
Er zit een klein gat in mijn sok.
The rabbit dug a hole in the ground.
Het konijn groef een hol in de grond.
2.

moeilijke situatie, probleem

a difficult or awkward situation

:
He got himself into a real hole with his gambling debts.
Hij heeft zichzelf in een echt moeilijke situatie gebracht met zijn gokschulden.
We're in a deep hole and need to find a way out.
We zitten in een diep gat en moeten een uitweg vinden.
1.

doorboren, gaten maken

to make a hole or holes in something

:
The carpenter will hole the wood for the screws.
De timmerman zal het hout doorboren voor de schroeven.
The bullet holed the wall.
De kogel doorboorde de muur.