lounge

US /laʊndʒ/
UK /laʊndʒ/
"lounge" picture
1.

lounge, zitkamer

a public room in a hotel, airport, or other building, where people can sit and relax

:
We waited for our flight in the airport lounge.
We wachtten op onze vlucht in de luchthavenlounge.
The hotel has a comfortable lounge for guests.
Het hotel heeft een comfortabele lounge voor gasten.
2.

woonkamer, zitkamer

(British English) a living room

:
We spent the evening relaxing in the lounge.
We brachten de avond ontspannend door in de woonkamer.
The new sofa looks great in our lounge.
De nieuwe bank staat geweldig in onze woonkamer.
1.

luieren, rondhangen

to lie, sit, or stand in a relaxed or lazy way

:
He likes to lounge on the sofa all day.
Hij houdt ervan om de hele dag op de bank te luieren.
She was lounging by the pool, enjoying the sun.
Ze lag te luieren bij het zwembad, genietend van de zon.