curb
US /kɝːb/
UK /kɝːb/

1.
beperking, beteugeling, rem
a check or restraint on something
:
•
The government imposed a curb on spending.
De regering legde een beperking op aan de uitgaven.
•
There is a need for a strong curb on pollution.
Er is behoefte aan een sterke beperking van de vervuiling.
1.
beteugelen, beperken, inperken
to restrain or control (something undesirable)
:
•
The police are trying to curb the spread of crime.
De politie probeert de verspreiding van misdaad te beteugelen.
•
You need to curb your enthusiasm a bit.
Je moet je enthousiasme een beetje beteugelen.