restrict
US /rɪˈstrɪkt/
UK /rɪˈstrɪkt/

1.
beperken, inperken, begrenzen
to limit the size, amount, or extent of something
:
•
We need to restrict access to sensitive information.
We moeten de toegang tot gevoelige informatie beperken.
•
The new law will restrict smoking in public places.
De nieuwe wet zal roken op openbare plaatsen beperken.
2.
beperken, inperken
to keep someone or something within certain bounds
:
•
The doctor advised him to restrict his diet.
De dokter adviseerde hem zijn dieet te beperken.
•
Her movements were restricted by the tight ropes.
Haar bewegingen werden beperkt door de strakke touwen.