block

US /blɑːk/
UK /blɑːk/
"block" picture
1.

blok, klomp

a large solid piece of something, typically with flat surfaces on all sides

:
•
He used a concrete block to prop open the door.
Hij gebruikte een betonnen blok om de deur open te houden.
•
The sculptor carved a figure from a large block of marble.
De beeldhouwer sneed een figuur uit een groot blok marmer.
:
chunkslablumpmasspiece
2.

blok, gebouw

a large building divided into separate flats or offices

:
•
They live in a tall apartment block downtown.
Ze wonen in een hoog flatgebouw in het centrum.
•
The new office block will be completed next year.
Het nieuwe kantoorgebouw zal volgend jaar voltooid zijn.
:
buildingstructurecomplex
3.

verstopping, blokkade

an obstruction in a pipe, passage, or artery

:
•
There's a block in the drain, causing the water to back up.
Er zit een verstopping in de afvoer, waardoor het water terugstroomt.
•
The doctor found a block in one of his arteries.
De dokter vond een blokkade in een van zijn slagaders.
:
obstructionclogbarrierimpediment
1.

blokkeren, versperren

to prevent movement or flow through (a passage, pipe, etc.)

:
•
The fallen tree blocked the road.
De omgevallen boom blokkeerde de weg.
•
He tried to block the punch with his arm.
Hij probeerde de stoot met zijn arm te blokkeren.
:
obstructclogbarhinderimpedestopprevent
2.

blokkeren, verhinderen

to prevent someone from doing something or from making progress

:
•
The new regulations will block the company's expansion plans.
De nieuwe regelgeving zal de uitbreidingsplannen van het bedrijf blokkeren.
•
She tried to block out the painful memories.
Ze probeerde de pijnlijke herinneringen te blokkeren.
:
hinderimpedeobstructpreventstopthwart
:
block inblock graphblock offbreeze blockwriter's blockblock outstumbling block