mass

US /mæs/
UK /mæs/
"mass" picture
1.

massa, klomp

a large body of matter with no definite shape

:
A huge mass of rock blocked the road.
Een enorme massa rots blokkeerde de weg.
The doctor found a small mass in her lung.
De dokter vond een kleine massa in haar long.
2.

massa

the quantity of matter which a body contains, as measured by its inertia

:
The mass of an object determines its weight.
De massa van een object bepaalt zijn gewicht.
Scientists are studying the mass of subatomic particles.
Wetenschappers bestuderen de massa van subatomaire deeltjes.
3.

massa, menigte

a large number of people or things

:
A mass of people gathered in the square.
Een massa mensen verzamelde zich op het plein.
The company produces goods for the mass market.
Het bedrijf produceert goederen voor de massamarkt.
4.

mis

(often capitalized) the celebration of the Eucharist in the Roman Catholic Church

:
They attended Mass every Sunday.
Ze woonden elke zondag de mis bij.
The priest celebrated the morning Mass.
De priester vierde de ochtendmis.
1.

verzamelen, samenpakken

assemble into a mass or groups

:
The clouds began to mass on the horizon.
De wolken begonnen zich aan de horizon te verzamelen.
The protesters massed outside the government building.
De demonstranten verzamelden zich buiten het regeringsgebouw.
1.

massaal, grootschalig

relating to or involving large numbers of people or things

:
The event attracted a mass audience.
Het evenement trok een massaal publiek.
They launched a mass marketing campaign.
Ze lanceerden een massale marketingcampagne.