prevent
US /prɪˈvent/
UK /prɪˈvent/

1.
voorkomen, verhinderen
keep (something) from happening or arising
:
•
The new policy aims to prevent fraud.
Het nieuwe beleid is gericht op het voorkomen van fraude.
•
Wearing a helmet can prevent serious head injuries.
Het dragen van een helm kan ernstig hoofdletsel voorkomen.
2.
verhinderen, beletten
stop (someone) from doing something
:
•
The police tried to prevent the protesters from entering the building.
De politie probeerde de demonstranten te verhinderen het gebouw binnen te gaan.
•
His injury will prevent him from playing in the match.
Zijn blessure zal hem verhinderen om in de wedstrijd te spelen.