Betekenis van het woord alarm in het Nederlands
Wat betekent alarm in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
alarm
US /əˈlɑːrm/
UK /əˈlɑːrm/

Zelfstandig Naamwoord
1.
2.
angst, bezorgdheid
a feeling of fear or anxiety
Voorbeeld:
•
The news filled her with alarm.
Het nieuws vervulde haar met angst.
•
He looked at the empty cage with growing alarm.
Hij keek met groeiende angst naar de lege kooi.
Synoniem:
Werkwoord
1.
alarmeren, verontrusten
to make someone feel frightened, disturbed, or in danger
Voorbeeld:
•
The sudden noise alarmed the sleeping child.
Het plotselinge geluid alarmeerde het slapende kind.
•
His strange behavior began to alarm his friends.
Zijn vreemde gedrag begon zijn vrienden te alarmeren.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: