Betekenis van het woord bell in het Nederlands
Wat betekent bell in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
bell
US /bel/
UK /bel/

Zelfstandig Naamwoord
1.
bel, klok
a hollow, cup-shaped metallic instrument that rings when struck, typically by a clapper inside
Voorbeeld:
•
The church bell rang loudly.
De kerkklok luidde luid.
•
She heard the faint sound of a cow bell in the distance.
Ze hoorde het zwakke geluid van een koeienbel in de verte.
2.
beker, klankbeker
the flared open end of a musical instrument, such as a trumpet or horn
Voorbeeld:
•
The sound came from the bell of the trumpet.
Het geluid kwam uit de beker van de trompet.
•
He polished the brass bell of his saxophone.
Hij poetste de koperen beker van zijn saxofoon.
Werkwoord
1.
bellen, van een bel voorzien
to attach a bell or bells to (something)
Voorbeeld:
•
They decided to bell the cat to know its whereabouts.
Ze besloten de kat te bellen om zijn verblijfplaats te weten.
•
The shepherd would bell his sheep so he could hear them in the fog.
De herder zou zijn schapen bellen zodat hij ze in de mist kon horen.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: