Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord small in het Nederlands

Wat betekent small in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

small

US /smɑːl/
UK /smɑːl/
"small" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

klein

of a size that is less than normal or usual

Voorbeeld:
•
She lives in a small house.
Ze woont in een klein huis.
•
He has a small appetite.
Hij heeft een kleine eetlust.
Synoniem:
tinylittleminiaturepetitecompact
Synoniem:
largebighugeenormousgiant
2.

klein, onbelangrijk

not important or significant

Voorbeeld:
•
It's a small matter, don't worry about it.
Het is een kleine kwestie, maak je er geen zorgen over.
•
He made a small mistake.
Hij maakte een kleine fout.
Synoniem:
minortrivialinsignificantnegligiblepetty
Synoniem:
importantsignificantmajorcrucialvital

Bijwoord

1.

klein, fijn

into small pieces

Voorbeeld:
•
Chop the onions small.
Snijd de uien klein.
•
The machine grinds the grain small.
De machine maalt het graan klein.
Synoniem:
finelyminutelydaintily
Synoniem:
largebigcoarsely
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
small intestinesmall-mindednesssmall-mindedsmall forward