insignificant

US /ˌɪn.sɪɡˈnɪf.ə.kənt/
UK /ˌɪn.sɪɡˈnɪf.ə.kənt/
"insignificant" picture
1.

onbeduidend, onbelangrijk, gering

too small or unimportant to be worth considering

:
The difference in price was insignificant.
Het prijsverschil was onbeduidend.
He felt insignificant in the vastness of the universe.
Hij voelde zich onbeduidend in de uitgestrektheid van het universum.