giant

US /ˈdʒaɪ.ənt/
UK /ˈdʒaɪ.ənt/
"giant" picture
1.

reus

an imaginary being of superhuman size and strength

:
The fairy tale featured a benevolent giant who helped the villagers.
Het sprookje bevatte een welwillende reus die de dorpelingen hielp.
The brave knight faced the fearsome giant in battle.
De dappere ridder stond de angstaanjagende reus in de strijd tegen.
2.

reus, gigant, grootheid

a person or thing of very great size or importance

:
The company is a giant in the tech industry.
Het bedrijf is een reus in de tech-industrie.
He was a literary giant of the 20th century.
Hij was een literaire reus van de 20e eeuw.
1.

gigantisch, enorm, reusachtig

of very great size or extent; huge

:
They built a giant skyscraper in the city center.
Ze bouwden een gigantische wolkenkrabber in het stadscentrum.
The company made a giant leap in technology.
Het bedrijf maakte een gigantische sprong in technologie.