Betekenis van het woord major in het Nederlands

Wat betekent major in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

major

US /ˈmeɪ.dʒɚ/
UK /ˈmeɪ.dʒɚ/
"major" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

belangrijk, groot, ernstig

important, serious, or significant

Voorbeeld:
This is a major problem that needs immediate attention.
Dit is een groot probleem dat onmiddellijke aandacht vereist.
She played a major role in the success of the project.
Ze speelde een belangrijke rol in het succes van het project.
2.

meerderjarig

of legal age; adult

Voorbeeld:
You must be major to purchase alcohol.
Je moet meerderjarig zijn om alcohol te kopen.
He is now major and can make his own decisions.
Hij is nu meerderjarig en kan zijn eigen beslissingen nemen.
Synoniem:

Zelfstandig Naamwoord

1.

majoor

an officer of middle rank in the armed forces, above captain and below lieutenant colonel

Voorbeeld:
The Major gave orders to the troops.
De majoor gaf bevelen aan de troepen.
She was promoted to Major last year.
Ze werd vorig jaar gepromoveerd tot majoor.
2.

hoofdvak, studierichting

a student's main field of study

Voorbeeld:
Her major is computer science.
Haar hoofdvak is informatica.
What's your major?
Wat is je hoofdvak?

Werkwoord

1.

specialiseren in, hoofdvak hebben in

to specialize in a particular subject at a college or university

Voorbeeld:
She decided to major in history.
Ze besloot te specialiseren in geschiedenis.
He plans to major in economics.
Hij is van plan om economie te studeren.
Leer dit woord op Lingoland