set out
US /set aʊt/
UK /set aʊt/

1.
vertrekken, op weg gaan
to start a journey
:
•
They set out early in the morning to avoid traffic.
Ze vertrokken vroeg in de ochtend om de files te vermijden.
•
We set out on a long hike through the mountains.
We begonnen aan een lange wandeling door de bergen.
2.
uitstallen, opstellen
to arrange or display something
:
•
The artist set out her paintings for the exhibition.
De kunstenaar stelde haar schilderijen tentoon voor de tentoonstelling.
•
Please set out the chairs for the meeting.
Gelieve de stoelen voor de vergadering klaar te zetten.
3.
uiteenzetten, presenteren
to present or explain ideas, facts, or plans in a clear and organized way
:
•
The report clearly sets out the company's goals for the next year.
Het rapport zet de doelen van het bedrijf voor volgend jaar duidelijk uiteen.
•
He set out his arguments in a logical sequence.
Hij legde zijn argumenten uiteen in een logische volgorde.