Betekenis van het woord routine in het Nederlands
Wat betekent routine in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
routine
US /ruːˈtiːn/
UK /ruːˈtiːn/
Zelfstandig Naamwoord
1.
routine, gewoonte
a sequence of actions regularly followed; a fixed program
Voorbeeld:
•
My morning routine includes coffee and reading the news.
Mijn ochtendroutine omvat koffie en het lezen van het nieuws.
•
He established a strict exercise routine.
Hij stelde een strikte trainingsroutine op.
2.
routine, subroutine
a set of instructions that a computer follows to perform a particular task
Voorbeeld:
•
The software includes a routine for data backup.
De software bevat een routine voor gegevensback-up.
•
The programmer wrote a new routine to handle errors.
De programmeur schreef een nieuwe routine om fouten af te handelen.
Synoniem:
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
routine, gebruikelijk
performed as part of a regular procedure rather than for a special reason
Voorbeeld:
•
It was just a routine check-up.
Het was slechts een routinecontrole.
•
The police conducted a routine patrol.
De politie voerde een routinepatrouille uit.
Leer dit woord op Lingoland