standard

US /ˈstæn.dɚd/
UK /ˈstæn.dɚd/
"standard" picture
1.

standaard, niveau

a level of quality or attainment

:
•
The hotel maintains a high standard of service.
Het hotel handhaaft een hoge standaard van service.
•
We need to raise our educational standards.
We moeten onze onderwijsstandaarden verhogen.
:
criterionbenchmarkgradequalitylevel
2.

standaard, vaandel

a flag or emblem, especially one used as a military or ceremonial ensign

:
•
The royal standard was unfurled.
De koninklijke standaard werd ontvouwd.
•
Each regiment carried its own standard into battle.
Elk regiment droeg zijn eigen standaard de strijd in.
:
flagbannerensignpennant
1.

standaard, normaal

used or accepted as normal or average

:
•
This is the standard procedure for emergencies.
Dit is de standaardprocedure voor noodgevallen.
•
A standard light bulb uses about 60 watts.
Een standaard gloeilamp verbruikt ongeveer 60 watt.
:
normalaveragetypicalregularcommon
:
standard of livingliving standardaccounting standardInternational Standard Book Number