Betekenis van het woord residency in het Nederlands
Wat betekent residency in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
residency
US /ˈrez.ə.dən.si/
UK /ˈrez.ə.dən.si/

Zelfstandig Naamwoord
1.
verblijf, woonplaats
the fact of living in a particular place
Voorbeeld:
•
He established residency in Canada last year.
Hij vestigde vorig jaar zijn verblijfplaats in Canada.
•
Proof of residency is required for the application.
Bewijs van verblijf is vereist voor de aanvraag.
2.
specialisatie, co-schap
a period of specialized training in medicine after graduation from medical school
Voorbeeld:
•
She is currently completing her residency in pediatrics.
Ze voltooit momenteel haar specialisatie in kindergeneeskunde.
•
His residency at the hospital lasted three years.
Zijn specialisatie in het ziekenhuis duurde drie jaar.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: