Betekenis van het woord habitation in het Nederlands
Wat betekent habitation in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
habitation
US /ˌhæb.əˈteɪ.ʃən/
UK /ˌhæb.əˈteɪ.ʃən/

Zelfstandig Naamwoord
1.
bewoning, verblijf
the act of living in a particular place
Voorbeeld:
•
The old house was unfit for human habitation.
Het oude huis was ongeschikt voor menselijke bewoning.
•
Evidence of early human habitation was found in the cave.
Bewijs van vroege menselijke bewoning werd gevonden in de grot.
2.
verblijfplaats, woning
a place of residence; a dwelling
Voorbeeld:
•
The remote cabin served as their temporary habitation.
De afgelegen hut diende als hun tijdelijke verblijfplaats.
•
Birds often build their habitations in trees.
Vogels bouwen vaak hun verblijfplaatsen in bomen.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: