domicile

US /ˈdɑː.mə.saɪl/
UK /ˈdɑː.mə.saɪl/
"domicile" picture
1.

woonplaats, domicilie

the country that a person treats as their permanent home, or where they have their legal residence

:
His legal domicile is in France, even though he works in Germany.
Zijn wettelijke woonplaats is in Frankrijk, hoewel hij in Duitsland werkt.
The company's principal domicile is in London.
De hoofdvestigingsplaats van het bedrijf is in Londen.
1.

vestigen, domiciliëren

to treat a specified country as a permanent home

:
He decided to domicile in Canada after living abroad for many years.
Hij besloot zich in Canada te vestigen na vele jaren in het buitenland te hebben gewoond.
The company is planning to domicile its main operations in a tax-friendly country.
Het bedrijf is van plan zijn hoofdactiviteiten te vestigen in een belastingvriendelijk land.