fellowship

US /ˈfel.oʊ.ʃɪp/
UK /ˈfel.oʊ.ʃɪp/
"fellowship" picture
1.

gemeenschap, vriendschap, kameraadschap

friendly association, especially with people who share one's interests

:
They enjoyed an evening of warm fellowship and good conversation.
Ze genoten van een avond vol warme gemeenschap en goede gesprekken.
The church encourages fellowship among its members.
De kerk moedigt gemeenschap aan onder haar leden.
2.

beurs, fellowship

a sum of money for a graduate student to study or teach

:
She received a prestigious fellowship to pursue her doctoral research.
Ze ontving een prestigieuze beurs om haar doctoraatsonderzoek voort te zetten.
The university offers several fellowships for international students.
De universiteit biedt verschillende beurzen aan voor internationale studenten.
3.

gemeenschap, genootschap, vereniging

a body of people associated in a common interest or aim

:
The scientific fellowship meets annually to discuss new discoveries.
De wetenschappelijke gemeenschap komt jaarlijks bijeen om nieuwe ontdekkingen te bespreken.
He was admitted into the exclusive fellowship of artists.
Hij werd toegelaten tot de exclusieve gemeenschap van kunstenaars.