resident

US /ˈrez.ə.dənt/
UK /ˈrez.ə.dənt/
"resident" picture
1.

inwoner, bewoner

a person who lives somewhere permanently or on a long-term basis

:
She has been a resident of this city for over 20 years.
Ze is al meer dan 20 jaar inwoner van deze stad.
All residents are invited to the community meeting.
Alle bewoners zijn uitgenodigd voor de gemeenschapsvergadering.
2.

resident, assistent-arts

a doctor receiving specialized training at a hospital after completing medical school

:
After medical school, she became a surgical resident at a major hospital.
Na de medische school werd ze een chirurgische resident in een groot ziekenhuis.
The hospital has many medical residents in various specialties.
Het ziekenhuis heeft veel medische residenten in verschillende specialismen.
1.

ingezeten, wonend

living in a particular place permanently or on a long-term basis

:
He is a resident alien, not a citizen.
Hij is een ingezeten vreemdeling, geen staatsburger.
The university offers resident and non-resident tuition rates.
De universiteit biedt ingezeten en niet-ingezeten collegegelden aan.