Betekenis van het woord programme in het Nederlands

Wat betekent programme in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

programme

US /ˈproʊ.ɡræm/
UK /ˈproʊ.ɡræm/
"programme" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

programma, schema

a planned series of future events, performances, or broadcasts

Voorbeeld:
What's on the programme for tonight?
Wat staat er op het programma voor vanavond?
The school organized a special programme for the annual day.
De school organiseerde een speciaal programma voor de jaarlijkse dag.
2.

computerprogramma, software

a set of instructions enabling a computer to perform a task

Voorbeeld:
I need to write a new programme to automate this process.
Ik moet een nieuw programma schrijven om dit proces te automatiseren.
The software programme crashed unexpectedly.
Het softwareprogramma crashte onverwacht.

Werkwoord

1.

programmeren, plannen

to arrange or plan a series of events

Voorbeeld:
We need to programme the conference schedule carefully.
We moeten het conferentieschema zorgvuldig programmeren.
The system is programmed to shut down at midnight.
Het systeem is geprogrammeerd om om middernacht af te sluiten.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: