agenda

US /əˈdʒen.də/
UK /əˈdʒen.də/
"agenda" picture
1.

agenda

a list of items to be discussed at a formal meeting

:
The first item on the agenda is the budget proposal.
Het eerste punt op de agenda is het begrotingsvoorstel.
We have a packed agenda for today's conference.
We hebben een volle agenda voor de conferentie van vandaag.
2.

plan, doelstelling

a plan of things to be done or problems to be addressed

:
The new government has a clear agenda for economic reform.
De nieuwe regering heeft een duidelijke agenda voor economische hervormingen.
He seems to have a hidden agenda.
Hij lijkt een verborgen agenda te hebben.