code
US /koʊd/
UK /koʊd/

1.
code, geheimschrift
a system of words, letters, figures, or symbols used to represent others, especially for the purposes of secrecy or brevity
:
•
The message was written in code.
Het bericht was in code geschreven.
•
They used a secret code to communicate.
Ze gebruikten een geheime code om te communiceren.
2.
code, reglement
a set of rules or principles or a set of laws or regulations
:
•
The company has a strict dress code.
Het bedrijf heeft een strikte kledingcode.
•
The new building must comply with the fire safety code.
Het nieuwe gebouw moet voldoen aan de brandveiligheidscode.
3.
code, programmacode
instructions for a computer program
:
•
He spent hours writing computer code.
Hij besteedde uren aan het schrijven van computercode.
•
The programmer debugged the faulty code.
De programmeur heeft de defecte code gedebugd.
1.
2.
coderen, programmeren
to write computer programs
:
•
She learned to code in Python.
Ze leerde programmeren in Python.
•
Developers often code new features for software.
Ontwikkelaars coderen vaak nieuwe functies voor software.