pattern
US /ˈpæt̬.ɚn/
UK /ˈpæt̬.ɚn/

1.
patroon, dessin
a repeated decorative design
:
•
The wallpaper has a floral pattern.
Het behang heeft een bloemenpatroon.
•
She knitted a scarf with a complex geometric pattern.
Ze breide een sjaal met een complex geometrisch patroon.
2.
patroon, gedrag
a regular and intelligible form or sequence discernible in the way in which something happens or is done
:
•
We observed a clear pattern in his behavior.
We observeerden een duidelijk patroon in zijn gedrag.
•
The data shows a recurring pattern of sales increases in the summer.
De gegevens tonen een terugkerend patroon van omzetstijgingen in de zomer.
3.
patroon, model
a model or design used as a guide for making something
:
•
She used a sewing pattern to make the dress.
Ze gebruikte een naaipatroon om de jurk te maken.
•
The architect followed a specific pattern for the building's layout.
De architect volgde een specifiek patroon voor de indeling van het gebouw.
1.
patroneren, vormgeven
to form or design something in a particular way
:
•
The artist patterned the mosaic with intricate swirls.
De kunstenaar voorzag het mozaïek van ingewikkelde wervelingen.
•
The new software is patterned after the older, successful version.
De nieuwe software is gemodelleerd naar de oudere, succesvolle versie.