Betekenis van het woord outfit in het Nederlands
Wat betekent outfit in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
outfit
US /ˈaʊt.fɪt/
UK /ˈaʊt.fɪt/

Zelfstandig Naamwoord
1.
outfit, kleding
a set of clothes worn together, especially for a particular occasion or purpose
Voorbeeld:
•
She wore a stunning outfit to the party.
Ze droeg een prachtige outfit naar het feest.
•
He needed a new outfit for his job interview.
Hij had een nieuwe outfit nodig voor zijn sollicitatiegesprek.
2.
organisatie, bedrijf
a group of people working together, especially in a business or organization
Voorbeeld:
•
The marketing outfit launched a new campaign.
De marketingorganisatie lanceerde een nieuwe campagne.
•
He runs a small consulting outfit.
Hij runt een klein adviesbureau.
Werkwoord
1.
uitrusten, voorzien van
to provide someone or something with a set of clothes or equipment
Voorbeeld:
•
The company will outfit all new employees with laptops.
Het bedrijf zal alle nieuwe medewerkers uitrusten met laptops.
•
They plan to outfit the entire team with new uniforms.
Ze zijn van plan het hele team met nieuwe uniformen uit te rusten.
Leer dit woord op Lingoland