Betekenis van het woord humour in het Nederlands
Wat betekent humour in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
humour
US /ˈhjuː.mɚ/
UK /ˈhjuː.mɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
humor, geestigheid
the quality of being amusing or comic, especially as expressed in literature or speech
Voorbeeld:
•
He has a great sense of humour.
Hij heeft een geweldig gevoel voor humor.
•
The play was full of wit and humour.
Het stuk zat vol geestigheid en humor.
Synoniem:
2.
humeur, gemoedstoestand
a mood or state of mind
Voorbeeld:
•
He was not in a good humour.
Hij was niet in een goed humeur.
•
She tried to keep him in good humour.
Ze probeerde hem in een goed humeur te houden.
Werkwoord
1.
tegemoetkomen, humoreren
to indulge or gratify (someone's mood or whim)
Voorbeeld:
•
You must humour him, he's very sensitive.
Je moet hem tegemoetkomen, hij is erg gevoelig.
•
She decided to humour her elderly aunt by listening to her long stories.
Ze besloot haar bejaarde tante te humoreren door naar haar lange verhalen te luisteren.
Leer dit woord op Lingoland