get over
US /ɡet ˈoʊ.vər/
UK /ɡet ˈoʊ.vər/

1.
te boven komen, overwinnen
to recover from an illness, a difficult experience, or a shock
:
•
It took her a long time to get over the flu.
Het duurde lang voordat ze de griep te boven kwam.
•
He still hasn't gotten over the death of his dog.
Hij is de dood van zijn hond nog steeds niet te boven gekomen.
2.
overwinnen, te boven komen
to successfully deal with a problem or difficulty
:
•
We need to get over this obstacle to move forward.
We moeten dit obstakel overwinnen om verder te gaan.
•
It's time to get over your fear of public speaking.
Het is tijd om je angst voor spreken in het openbaar te overwinnen.
3.
overbrengen, duidelijk maken
to communicate or explain something successfully to someone
:
•
I tried to explain, but I couldn't get the idea over to them.
Ik probeerde het uit te leggen, maar ik kon het idee niet overbrengen op hen.
•
Her message didn't really get over to the audience.
Haar boodschap kwam niet echt over bij het publiek.