chasm
US /ˈkæz.əm/
UK /ˈkæz.əm/
1.
kloof, afgrond, ravijn
a deep fissure in the earth's surface
:
•
The earthquake opened a wide chasm in the desert.
De aardbeving opende een brede kloof in de woestijn.
•
They had to cross a dangerous chasm to reach the other side.
Ze moesten een gevaarlijke kloof oversteken om de andere kant te bereiken.
2.
kloof, verschil, afgrond
a profound difference between people, viewpoints, feelings, etc.
:
•
There's a growing chasm between the rich and the poor.
Er is een groeiende kloof tussen rijk en arm.
•
Their political views created an unbridgeable chasm between them.
Hun politieke opvattingen creëerden een onoverbrugbare kloof tussen hen.