Betekenis van het woord favour in het Nederlands
Wat betekent favour in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
favour
US /ˈfeɪ.vɚ/
UK /ˈfeɪ.vɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
gunst, plezier
an act of kindness beyond what is due or usual
Voorbeeld:
•
Could you do me a favour and pick up my mail?
Zou je me een plezier kunnen doen en mijn post ophalen?
•
She asked for a small favour from her neighbor.
Ze vroeg haar buurman om een kleine gunst.
2.
voorkeur, gunst, steun
approval, support, or preference for someone or something
Voorbeeld:
•
The public opinion is in favour of the new policy.
De publieke opinie is voor het nieuwe beleid.
•
She always shows favour to her youngest child.
Ze toont altijd voorkeur voor haar jongste kind.
Werkwoord
1.
begunstigen, voorkeur geven aan
to support or prefer (someone or something) over another
Voorbeeld:
•
The judge seemed to favour the prosecution.
De rechter leek de aanklager te bevoordelen.
•
She always favours natural ingredients in her cooking.
Ze geeft altijd de voorkeur aan natuurlijke ingrediënten in haar kookkunsten.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: