assist

US /əˈsɪst/
UK /əˈsɪst/
"assist" picture
1.

helpen, assisteren

to help someone or something

:
Can I assist you with anything?
Kan ik u ergens mee helpen?
The new software will assist us in managing our data more efficiently.
De nieuwe software zal ons helpen onze gegevens efficiënter te beheren.
1.

hulp, assistentie

an act of helping or assisting someone

:
The police provided assistance to the stranded motorists.
De politie verleende hulp aan de gestrande automobilisten.
He scored a goal with an assist from his teammate.
Hij scoorde een doelpunt met een assist van zijn teamgenoot.