draw

US /drɑː/
UK /drɑː/
"draw" picture
1.

tekenen

to make a picture of something or someone with a pencil or pen rather than paint

:
She likes to draw animals.
Ze houdt ervan om dieren te tekenen.
Can you draw a straight line?
Kun je een rechte lijn tekenen?
2.

trekken

to pull or drag something in a particular direction

:
He tried to draw the curtain open.
Hij probeerde het gordijn open te trekken.
The wagon was drawn by two horses.
De wagen werd getrokken door twee paarden.
3.

aantrekken

to attract or interest someone

:
The exhibition is expected to draw large crowds.
De tentoonstelling zal naar verwachting grote menigten trekken.
His charisma always manages to draw people to him.
Zijn charisma weet altijd mensen naar zich toe te trekken.
1.

gelijkspel

a game or contest in which neither side wins or loses

:
The football match ended in a draw.
De voetbalwedstrijd eindigde in een gelijkspel.
It was a draw, so they'll have a rematch.
Het was een gelijkspel, dus ze zullen een herkansing hebben.
2.

trek, aantrekkingskracht

an act of pulling or attracting something or someone

:
The draw of the city lights was irresistible.
De aantrekkingskracht van de stadslichten was onweerstaanbaar.
He felt a strong draw to the mountains.
Hij voelde een sterke trek naar de bergen.