attract
US /əˈtrækt/
UK /əˈtrækt/

1.
2.
aantrekken, boeien
to cause someone to be interested in something
:
•
The new exhibition is expected to attract many visitors.
De nieuwe tentoonstelling zal naar verwachting veel bezoekers trekken.
•
His charming personality attracts people to him.
Zijn charmante persoonlijkheid trekt mensen aan.